zondag 29 januari 2012

De Denker

Ik ben Milou en ik ben vaak bang dat datgene wat ik schrijf te zwaar op de hand is. Ik heb nu twee weken niet geschreven omdat ik iets leuks aan het bedenken was om over te schrijven. Maar dit blog gaat over mij, Milou, en wat ik nu meemaak. Nu wil ik niet zeggen dat ik niks leuks meemaak, in tegendeel! Maar wat kan je meer schrijven over ‘iets leuks’ dan dat het leuk is? Waarom het leuk is? Oké, later kom ik misschien nog terug op leuke dingen.

Maar dus: wat ik meemaak. Ik ben mezelf aan het leren kennen en mezelf aan het ontplooien. Zoals ik in mijn vorige blogbericht al zei, heb ik het nodig om mijn geboortedorp even achter mij te laten. Daar ben ik, ook al wil ik het echt niet en doe ik mijn best om het niet te zijn, de oude Milou. Gesloten, aanpassend aan de rest, braaf en ik voel me continu schuldig. Dat is een schril contrast met hoe ik in Utrecht, mijn stadje, ben, maar ook met hoe de mensen hier op mij reageren. Hier zien ze dat ik niet dat brave, stille meisje ben, maar de jonge vrouw met de ondeugende twinkeling in haar ogen die het goed voor heeft met iedereen.

Ik had het laatst met een vriendin over mijn vorige blogbericht. We waren het er over eens dat je alleen maar vooruit moet gaan en niet achteruit. Neem verhuizen: elke keer verhuis je naar een plek waar meer te ontdekken is. Totdat je oud en tevreden bent met wat je hebt meegemaakt. Dan ga je op je favoriete plek achter de geraniums zitten. We waren het er ook over eens dat als je vrienden van vroeger tegenkomt, dat zij je nog altijd zien zoals je toen was, en zo behandelen ze je ook. Je kunt hier uiteraard tegen in gaan en laten zien wie je bent geworden, maar het is verleidelijk om terug te vallen in je oude rol.

Dat laatste ervaar ik nu heel erg. Ik val nog veel te snel terug in die oude rol, die oude Milou die ik achter me wil laten. Het is een continue strijd binnenin mij die vermoeit. Er komen ook veel vragen bij kijken waar ik eigenlijk al jaren mee rondloop. Wat houdt familie eigenlijk in? Hoe belangrijk zijn je ‘roots’? Wat vormt de basis van je bestaan? Wat maakt het dat ik me geen ‘losse flodder’ meer zal voelen? Ik zit uiteraard niet de hele dag aan tafel hierover te piekeren, maar het zijn wel vragen die ik in mijn achterhoofd hou. Ik vind het belangrijk om het antwoord erop te vinden, met de nadruk op vínden, en niet zoeken. Ik hoop dat ik binnenkort berichten kan schrijven met de antwoorden op die vragen. Misschien vind ik die antwoorden ook wel door dit schrijven.

Ik wilde nu net schrijven dat sommige lezers zich druk maken of dit blog niet te persoonlijk is. Ik heb die concrete zin verwijderd omdat ik vind van niet. Ik ben iemand die veel nadenkt over het leven. Ik neem niet alles als vanzelfsprekend aan. Ik vind het boeiend om te onderzoeken waar iets vandaan komt. Waar een gevoel vandaan komt, een actie, noem maar op. Ik gun mijn lezers een kijkje in mijn hoofd, maar is dat te persoonlijk? Naar mijn idee wordt het dat pas als ik namen ga noemen, of concrete gebeurtenissen die niet relevant zijn voor datgene dat ik wil vertellen. Ja, eigenlijk dekt dat de lading wel.

Ik heb het idee dat dit blogbericht nogal onsamenhangend is maar ik heb niet echt de behoefte om het te herschrijven. Ik heb namelijk wel gezegd wat ik wil zeggen op dit moment. De leuke dingen hoef ik op het moment niet te delen. Ik geniet er stilletjes zelf van. Ik sluit wel af met een stukje songtekst dat ik bij mij vind passen van Kate Nash, een zangeres met leuke muziek:

Well, this little girl, she grew up and moved away.
And she lived her life full of risk and full of play.
And she lived her life with so much to say,
And her flowers, they grow more beautiful every day.

dinsdag 17 januari 2012

De Emigrant

Toen ik een jaar of tien was, zei ik voor het eerst dat ik later mijn biezen zou pakken en alles hier in Nederland achter zou laten door te emigreren naar Engeland. Rond mijn veertiende had ik nog altijd dat plan, hoewel het door de jaren al minder concreet was geworden. Op mijn tiende wist ik namelijk nog zeker dat ik meteen na de middelbare school zou vertrekken. Naarmate ik ouder werd, begon het tijdstip van emigratie te vervagen en tegen het einde van de middelbare school was het idee ‘wonen in Engeland’ helemaal verdwenen. Het was zelfs in zulke mate van de baan dat ik opleidingen waarvoor ik uit huis zou moeten gaan links liet liggen. Dus ik ging lekker studeren in Maastricht en bleef onder mijn ouders’ hoede vertoeven.

We gaan even terug naar mijn tiende. De reden dat ik weg wilde, was omdat ik naar mijn gevoel geen rede had om in mijn Limburgse geboorteplaats Echt te blijven. Ik hechtte niet veel waarde aan de vrienden die ik had. Ik dacht dat alleen mijn ouders, grootouders en mijn vriendje destijds mij zouden missen als ik weg zou gaan. Ik stond er helemaal niet bij stil dat ik zelf iets zou missen. Mijn tijdverdrijf bestond dan ook voornamelijk uit vluchten in mijn fantasie en verlangen naar iets beters. Ik verlangde ontzettend naar een nieuwe start en het opbouwen van een nieuw leven. Naar mijn mening kon dat alleen maar door naar het buitenland te gaan en alle contacten met Echtenaren te verbreken. In feite wilde ik mijn verleden achter mij laten en dat wist ik toen ook al.

Toch begon ik in mijn tienerjaren meer waarde te hechten aan vriendschappen en het verenigingsleven waar wij Limburgers om bekend staan. Daarnaast begon ik aan mijn eerste echte relatie en dat wilde ik uiteraard niet kwijt. Dus, Milou bleef lekker in haar vertrouwde omgeving.

Het idee dat ik mijn leefomgeving radicaal moest veranderen bleef diep in mij geworteld, zelfs tot mijn negentiende, toen ik toch naar Utrecht vertrok. Naar mijn idee werd ik alleen maar zelfstandig en kwam ik los van mijn ouders toen ik het huis uit ging. Zoals elke jongvolwassene kreeg ik daar wel behoefte aan. Maar heel langzaamaan merkte ik dat er toch wel meer gebeurde dan dat. In feite gebeurde in Utrecht datgene waarvoor ik naar Engeland had willen verhuizen. Ik begon een nieuw leven op te bouwen, mijn eigen leven, en begon mijn verleden achter mij te laten.

Dit proces is nog altijd bezig. Ik begin wel alsnog het verschil te merken tussen Utrecht en Engeland. Als ik naar Engeland zou zijn gegaan, zou ik veel minder vaak terugkomen naar het Echterland. Als ik dan weer eens terug zou komen, dan zou dat meer voelen als op vakantie gaan bij mijn ouders. In de huidige situatie voel ik dat mijn leven tot nog toe als het ware opgesplitst werd tussen Utrecht en Echt. Het voelde eigenlijk alsof ik in Echt een andere Milou was dan in Utrecht. Ik werk er nu hard aan om die tweedeling weg te vagen en één Milou te worden. Dat kost veel moeite omdat ik nog altijd zaken uit het verleden achter mij moet laten. Zo merk ik ook dat bepaalde vriendschappen nu toch echt beginnen te vervagen. Dat blijft een nare smaak hebben, zeker omdat ik nog de mogelijkheid heb om diegenen vaker te zien. Diep van binnen voel ik echter dat Milou 2.0 er allemaal klaar mee is, terwijl Milou 1.0 er nog wat moeite mee heeft bepaalde personen en dingen los te laten. Dat zorgt voor een tweestrijd binnenin mij.

Nu ga ik de praktische actualiteit beschouwen. Per 1 februari ga ik definitief stoppen met mijn opleiding en wil ik mijn studieschuld terug gaan betalen. Een idee dat ik sterk overwogen heb is om een tijd bij mijn ouders in te trekken. Dan hoef ik geen huur te betalen en kan ik al mijn geld investeren in het terugbetalen van mijn studieschuld. Het zou handiger en praktischer zijn dan in Utrecht blijven wonen en mijn geld te steken in een veel te dure kamer. Ik ben er echter nog niet klaar voor om weer in mijn geboorteplaats te gaan wonen. Ik ben nu heel hard op weg om mezelf vorm te geven en ik ga mezelf geen mes in mijn rug steken door me weer te confronteren met mijn verleden. Daar ben ik nog niet klaar voor. Ik wilde immers niet voor niets op mijn tiende al weg.

Dus laat mij nog maar lekker in Utrecht vertoeven, mijn Engeland, en dan ga ik af en toe op vakantie bij mijn ouders.

maandag 9 januari 2012

De losse flodder

Ik ben Milou. Ik voel me op het moment een ‘losse flodder’.

Ik heb net besloten te stoppen met mijn huidige opleiding: illustratieve vormgeving aan de kunstacademie. Opleidingen kunnen stimulerend werken, maar deze sloeg mij juist dood. Wat ze daar van mij vroegen was om mijn talent los te laten, zodat ik me meer op mijn creërend vermogen kon concentreren. Het klinkt logisch dat je creërend vermogen wilt ontwikkelen op een kunstacademie, maar dat mag je dan toch wel op je eigen manier doen? In mijn propedeusejaar vertelden mijn docenten me dat. Ik experimenteerde heel veel en tekende bijna niet, nee, ik mocht dat zelfs niet leuk vinden van mezelf. Bam, daar ging een deur dicht. Ik kreeg toen als commentaar dat ik meer mijn eigen ding moest doen en het plezier in het werken terug moest vinden. Klik, de deur ging heel voorzichtig weer open. De teken- en schilderkunst glipten langzaam weer terug in mijn schetsboek en in mijn werk. “Goed zo, Milou!” zeiden mijn docenten en medestudenten, “Dat is echt jouw werk!”. Het resultaat: Milou blij. Milou zet de deur weer helemaal open. Ik tekende weer, deed mijn ding, had er plezier in en hoorde dat men het gaaf vond wat ik deed!

Met volle moed begon ik opnieuw aan mijn tweede jaar aan de kunstacademie. Ik voelde me helemaal goed: ik ontwierp inmiddels T-shirts, kreeg opdrachten binnen via mijn website en had plezier in het naar school gaan. Zie je wat ik daar doe? Ik zet de kunstacademie achteraan het rijtje. In het begin deed ik dat omdat ik maar twee vakken hoefde te volgen, aangezien ik het tweede academiejaar overdeed en voor een aantal vakken vrijstelling had. De bedoeling was dat de kunstacademie gedurende het schooljaar vooraan het rijtje zou komen staan. Zoals je misschien wel kunt raden, gebeurde dat niet. Integendeel, het werd juist verder naar achteren gestampt, tot het een muur of de grond tegenkomt en daar wordt het nog verder in gestouwd en getrapt.

De eerste twee weken van dit schooljaar kwam ik met grote volgetekende vellen aanzetten. Kritiek: “maak snellere, kleine schetsen in je schetsboek”. U zegt, wij draaien. Ik stapte over op snelle schetsen in mijn schetsboek. Kritiek: “kom nu eens uit dat schetsboek en ga meteen groter en ruimtelijk aan de slag!” Groter tekenen beviel de docent niet, dus ik ging maar ruimtelijk aan de slag. Ik heb een hekel aan ruimtelijk werken, maar ach, ik kon het vast en zeker op een manier doen die bij mij past. Kritiek: “waarom maak je zo’n onsamenhangend, ruimtelijk ding?”. Oké, ik ging het anders ruimtelijk doen. Ik gebruikte papier ruimtelijk, dat is een materiaal waar ik wat beter mee om kan gaan. Commentaar: “goed zo Milou! Ga zo verder! Ik krijg hier allemaal ideeën van!”. Ja, ik was goed bezig! Ik ging hiermee verder! Oh, nee, toch niet. Ik klapte dicht. Dit was helemaal niet mijn ding! Wat moest ik nu? Ik probeerde wel wat te maken. Ik maakte iets nieuws, bekeek het, maar ik concludeerde dat het niet vertelde wat ik wilde vertellen.

De beoordeling kwam er aan en ik presenteerde al mijn werk van het afgelopen half jaar. Het was niet veel aangezien ik maar twee vakken had gevolgd, maar ik was wel tevreden over een flink aantal werken. Op sommige werken was ik zelfs trots! Het docententeam kwam binnen. Sommigen bekeken mijn werk, bij anderen had ik het gevoel dat ze hun oordeel al klaar hadden. We raakten in gesprek en de vraag viel of ik wel plezier had in mijn werk en of ik nieuwe stappen kon zetten. Ik zei van wel, dat ik het weer leuk vond om naar school te gaan en eindelijk van de kritiek van docenten kon leren! Mijn docenten betwijfelden dat: waarom kwam ik dan niet regelmatig naar school om te werken en over mijn werk te communiceren? Dat wist ik niet. Ik voelde inmiddels wel de bui al hangen: ik zou weer een onvoldoende krijgen.

Ik vond het niet zo heel erg om een onvoldoende te krijgen, ik begreep waarom. Daarnaast had ik het gevoel dat ik de goede kant op was aan het gaan en bij de volgende beoordeling wel een voldoende zou halen. Echter, toen ik mijn beoordelingsformulier kreeg, was het leeg. Geen van mijn competenties waren beoordeeld, geen commentaar, niks. Er stond alleen maar ‘Onbeoordeelbaar’, maar ik had toch een onvoldoende. Waar doe je het dan voor? Waarom ga je dan naar die school? Waarom maak je jouw huiswerk? Als je iets maakt is het toch te beoordelen? Het voelde alsof de grond onder mijn voeten verdween. Ik voelde me verloren, wanhopig, bang. Datgene waar ik al 3,5 jaar voor had gewerkt eindigde in ‘onbeoordeelbaar’.

Ik kreeg het verzoek om in januari met een concreet plan op gesprek te komen. Dat gesprek in januari vindt vanmiddag plaats. Hoe wil ik deze opleiding verder afmaken? Nou, dat zal ik je vertellen: niet. Blijkbaar zou ik deze opleiding alleen af kunnen maken als ik zou doen wat de docenten van mij verlangen. Dan zou ik niet meer mogen maken wat voelt als mijn eigen werk maar als iets om mijn docenten tevreden te stellen. Zou ik dat kunnen? Ja. Zou ik dat willen? Nee. Daarom zou ik het dus ook niet kunnen. Het is zo klaar als een klontje. Ik kon deze beslissing ook al twee dagen na de ‘dag des onbeoordeels’ nemen.

Maar wat nu? Zoals ik al zei: ik voel me een ‘losse flodder’, een blaadje of veertje dat meegevoerd wordt door de wind en geen vaste plek heeft. Mijn broer vroeg me vanochtend nog: “weet je al wat je wilt bereiken later? Hoe zie je jezelf over tien jaar?”. Mijn antwoorden waren “nee” en “geen idee”. Wat ik wel weet is dat ik wil blijven tekenen en schilderen en daar mijn geld mee wil verdienen, maar daarnaast is er schrijven bij gekomen. Voel je de bui al hangen?

Dit blog gaat over mij, Milou. Een creatieve jonge vrouw die stiekem nog een puber is, een eigen wil is aan het ontwikkelen en op zoek is naar wat zij wil met haar leven. Ik wil erover schrijven om zelf te leren en om anderen dingen te leren. “You teach me and I’ll teach you.”